skip to Main Content

Licht in de duisternis.

Van duister naar licht

Verlichting heeft veel bijgedragen in de ontwikkeling van de mens. Het gaf ons de mogelijkheid actief en eventueel productief te zijn na zonsondergang. In de tijd dat we nog jagers waren en eigenhandig een sabel-tand tijger moesten vangen voor de avondmaal was licht niet zo belangrijk. We hadden toen wel al vuur, en daarmee ook licht. Toen de mens agrariër en veeteler werd, was ook het belang van licht ineens veel groter. We konden toen na zonsondergang nog van alles doen. Het was ook een stuk makkelijker je eigen vrouw te herkennen en dus was verlichting ook nuttig om ruzies te voorkomen.

De gloeilamp

De mens ontwikkelde langzaam manieren om vuur specifiek als verlichting te gebruiken. Fakkels, kaarsen en olielampen werden ontwikkeld. Die waren uiteraard al een stuk beter dan het kampvuur of de open haard, maar ideaal was het niet. Het was gevaarlijk, verontreinigen en ronduit onaangenaam. Verlichting kwam pas écht goed op gang toen Thomas Edison het opwekken van elektriciteit in commerciële hoeveelheden had ontwikkeld. Hij merkte dat je met elektriciteit een draad kon verwarmen, zelfs zo heet dat het licht ging geven. Nadeel was dat het draadje ook snel smolt en verbrandde. Kort daarna kwam Edison op het briljant idee om de draad in een glazen bolletje te plaatsen dat gevuld was met Argon-gas of alleen een vacuüm. Hierdoor had de lamp een veel langere levensduur. Soms wel weken…

Het principe van de z.g. “gloeilamp” heeft verder niet veel ontwikkeling gezien, met uitzondering van de z.g. “halogeen” lamp. Het principe van de halogeen was echter nog hetzelfde, maar door gebruik van halogeen gas en glas dat tegen zeer grote hitte bestendig is kan de halogeen lamp veel heter branden, en daardoor meer en meer helder licht geven.

TL- en spaarlampen

De laatste 20 jaar heeft de mens gerealiseerd dat fossiele brandstoffen eindig zijn en dat het wel eens tijd was dat we daar wat zuiniger mee om gingen. De ontwikkeling van lampen die minder stroom verbruikte was gestart. Een mooi product dat daardoor verscheen was de TL-buis. Deze was voornamelijk bedoeld voor kantooromgevingen. De TL-buis geeft licht door het ontsteken en dan ioniseren van argon-gas. Dit geeft echter slechts vrijwel onzichtbaar licht en daarom is een kwik-oxide coating aan de binnenkant nodig om dat om te zetten naar wit licht.

Later volgde een doorontwikkeling van de TL-buis, de “spaarlamp”. Het principe is hetzelfde, maar de lamp was kleiner gemaakt door de buis dunner te maken en op te rollen zodat het als vervanger van een normale lamp kon dienen. Spaarlampen geven doorgaans niet echt prettig licht en duren soms lang (tot 10 minuten) om op temperatuur te komen en helder licht af te geven.

LED there be light!

De nieuwste ontwikkeling is de LED-lamp. De LED is op zich niet nieuw, het bestaat al meer dan 15 jaar, maar het is sinds kort doorontwikkeld om veel licht te geven. Zoveel, dat het kan gebruikt worden als vervanger van de gloeilamp, TL-buis en spaarlamp. Het is zuiniger, gaat langer mee en geeft prettig licht. Weliswaar niet zo prettig als halogeen, maar het verbruikt slechts iets meer dan een tiende van de stroom.

Reden genoeg om zo snel mogelijk alle lampen te vervangen met LED-verlichting.

 

Back To Top